“Waar ik ook kom en wat er ook moet gebeuren, ik probeer altijd de rust te bewaren en een goede sfeer te creëren, zodat mensen zich veilig voelen”, zegt Alex Verstraeten. “Dat straalt ook uit naar mijn directe collega’s.”
Met zijn rijzige gestalte van bijna twee meter is Alex Verstraeten niet iemand die je snel over het hoofd ziet. Zijn natuurlijk overwicht, dat per definitie imponerend kan overkomen, compenseert hij ruimschoots met een goedgemutste uitstraling en een gulle lach. We spreken elkaar over zijn werk en vooral over de vraag waarom je – structureel – geen harde resultaten kunt boeken in een bedrijf, zonder aandacht te besteden aan de zachte kant van de organisatie; de cultuur en de emoties van medewerkers.
“Laat ik voorop stellen dat je een bepaalde druk moet opbouwen om financiële resultaten te behalen, zeker als ondernemingen in de problemen verkeren. Die druk wordt gefundeerd door cijfers en analyses die moeten zorgen voor een urgentiegevoel in het bedrijf. Maar die resultaten behaal je het beste door veel én werkelijk aandacht te besteden aan de mensen en met name aan hun emoties. Daarnaast probeer ik ze te motiveren, te bezielen en te overtuigen dat we van good naar great kunnen.
Of dat we het gaan redden en hun bedrijf op een hoger plan kunnen brengen. Ik geef ze vertrouwen en optimisme. Dat maakt een nieuwe of bijgestelde koers van de onderneming ook voor hen de moeite waard.”
Hoe doe je dat?
“Ik maak contact met de mensen door vooral naar ze te luisteren. Zij zetten immers de prestatie neer, die ik hooguit goed kan faciliteren. In individuele gesprekken, van hoog tot laag in de organisatie, zoek ik dan naar mogelijkheden om hen in hun werkzaamheden te ondersteunen. Zodoende brokkelt de gebruikelijke weerstand af en krijg ik er vertrouwen voor terug.”
“Door enkele analysetechnieken weet ik dan ook relatief snel wat er goed zit in een organisatie en wat niet. Dat kan ook heel basaal zijn. Zo kwam ik tot de ontdekking dat afdelingen benedenmaats presteerden omdat bepaalde mensen niet dicht genoeg bij elkaar zaten. Met wat interne verhuizingen was dat probleem snel opgelost.”
“Overigens ben ik niet bang voor blauwe plekken, hoor. Als een bedrijf in zwaar weer verkeert, kun je vaak niet anders. Als ik vervolgens klaar ben en vertrek, sluit zo’n onderneming tegelijkertijd een moeilijke periode af. In zo’n geval kun je me vergelijken met een chirurg die bijvoorbeeld een heup vervangt. Je hoopt dat hij zijn werk goed doet, zodat je weer kunt lopen als een kievit. Maar tegelijkertijd hoop je hem daarna nooit meer te hoeven zien.”
Paul R. Jurriëns